De oversteek vanaf Madeira naar de Canarische Eilanden begon goed: we werden uitgezwaaid door twee grienden die zich vlak bij ons even lieten zien (geen beelden van, sorry, net als van de waterschildpad later in de tocht) en we hadden een lekker bakstag windje (schuin van achter). We voeren langs de Ilhas Desertas (eilandjes bij Madeira) en zetten koers richting het noorden van Lanzarote. De afstand van Madeira naar Lanzarote is een dikke 300 mijl. Korter dus dan de vorige oversteek en dit zou in drie dagen (en twee nachten) te doen moeten zijn. De voorspelling was goed: de hele weg zo’n 15 knopen (windkracht 4) en we zouden op tijd bij Lanzarote aan moeten komen voordat er daar wat meer wind op zou steken in de voorspelling (wk 5, dus nog geen probleem). Maar ja, voorspellingen…., die bleken maar weer eens een beperkte waarde te hebben.
Je zou toch verwachten dat wind op de oceaan redelijk constant zou kunnen zijn, zeker als dit “passaatwind” genoemd wordt. Maar de enige constante lijkt wel dat hij juist niet constant is. Veel wisselingen dus en daarmee ook veel zeilaanpassingen en lastiger koers houden met de windvaanbesturing. Slapen is dan dus ook lastiger als er steeds iets moet gebeuren. En als de wind opsteekt is slapen sowieso wel een dingetje: de zee wordt dan ook ruw en dan wordt het toch een beetje alsof je in een karretje van de achtbaan ligt. Alleen is een normale achtbaan na een paar minuten voorbij en kan je weer uitstappen (of verder slapen). Op de boot gaat dat niet en word je dus uren achtereen heen en weer geslingerd.
Als je binnen ligt kun je ook heel goed merken of de omstandigheden veranderen: de boot gaat zich anders gedragen door de golven en het geluid van de windmolen neemt toe. Die gaat boven de 15-20 knopen aardig gieren en huilen. Goed voor de opbrengst, minder voor de gemoedsrust. Voor degene die zich dat afvroeg: Die windmolen is om stroom op te wekken voor onze accu’s zodat we onze lichten en apparatuur kunnen blijven gebruiken. Het merendeel moet door onze zonnepanelen opgewekt worden maar het is niet altijd zonnig (en zeker ‘s nachts niet 😉) dus zijn alle andere kleine beetjes zoals van de windmolen ook welkom.
Als we op de laatste ochtend Lanzarote naderen neemt de wind weer flink toe. We varen met een windkracht 5 á 6 met halve wind tussen wat eilanden boven Lanzarote door, hebben daar even wat meer beschutting, maar als we vervolgens naar het zuiden afbuigen denderen we met wk 6 á 7 voor de wind al surfend van de golven af richting de haven van Puerto Calero. Dit wordt deels veroorzaakt door de zogenaamde “acceleratiezones” die zich rond de Canarische Eilanden bevinden. Doordat de wind zich om of over de eilanden heen moet persen kan hij lokaal flink in kracht variëren. Uiteindelijk komen we om 17:30 in Puerto Calero aan en kunnen we bijkomen en bijslapen van deze oversteek. Dik 300 mijl in 55 uur, een gemiddelde van 5,6 knopen. Voor ons niet slecht gezien de wisselende omstandigheden.
De oversteek naar Fuerteventura een dikke week later was een eitje: 8,5 mijl en vrijwel geen wind 😉. We zijn voor anker gegaan bij Isla de Lobos, een klein eilandje vlak boven Fuerteventura. We hebben wat gezwommen en gesnorkeld, en aten ‘s avonds van de kant-en-klaar BBQ die we op Lanzarote eindelijk weer eens hadden kunnen krijgen. We ankerden dicht bij het eiland om zo min mogelijk last te hebben van de deining. Zo dicht bij het eiland was de bodem alleen geen zand, dus kon het anker zich niet ingraven. ‘s Nachts zijn we daarom maar aan een mooring gaan liggen die overdag gebruikt werd door “feest-catamarans” die met dagjesmensen naar het eiland komen.
De oversteek van Fuerteventura naar Gran Canaria was weer een mooi staaltje van wisselende omstandigheden en acceleratiezones. We voeren van Gran Tarajal naar Puerto de Mogán, een afstand van 100 mijl dus teveel om in één dag bij daglicht te doen. We vertrokken daarom om 14:00 zodat we na de nacht doorvaren de volgende ochtend zouden aankomen. We begonnen met een lekkere ruimwindse koers met 15-20 knopen. Maar na twee uur zat er een bochtje in de koers waar het eiland een knikje maakt en pats-boem, wind helemaal weg. Dan de motor dus maar bij. Die bleven we nodig hebben tot we de onderkant van Fuerteventura gerond hadden en de wind weer wat meer “vrij baan” had langs het eiland. Dat is natuurlijk precies als ik net even ben gaan liggen om te proberen te slapen, dus hop, nest weer uit en zeilen zetten. Gelukkig kon de motor wel weer uit. Nu was het No d’r beurt om te slapen.
Enige tijd later kwam er weer zo’n shipping lane (verkeersscheidingsstelsel) die we moesten oversteken. Zonder noemenswaardig koers of snelheidsaanpassingen konden we daar tussen de grote boten doorsteken. Ondertussen begon de wind weer aardig aan te trekken en tegen de tijd dat we Gran Canaria naderden zaten we weer in de 25-30 knopen. Pfff, het kan blijkbaar niet een keer rustig verlopen. Op tweede rif met kleine fok rondden we de zuidpunt van Gran Canaria en, je raadt het al, binnen een paar minuten was daar de wind weer helemaal weg zodat de laatste 10 mijl op de motor gedaan moesten worden. Dat gaf mij wel weer de mogelijkheid om nog even twee uurtjes slaap te pakken na de vermoeiende nacht.
Het wordt wat eentonig wellicht, die verhalen over harde wind en pittige omstandigheden. Misschien moet ik in het vervolg alleen vermelden als we de ideale omstandigheden hebben. Dat klinkt wat minder zeurderig en geeft natuurlijk een leuker beeld van onze reis. Overigens, we worden natuurljk wel steeds ervarener op deze manier en schrikken ook minder hard als het weer los gaat. We durven wat meer zeil te voeren en zijn (achteraf natuurlijk) ook wel blij met de gemaakte voortgang.
Het zijn natuurlijk eigenlijk luxeproblemen (de hele reis is luxe dus ieder probleem is per definitie een luxeprobleem). Zoals ook de andere probleempjes die we gehad hebben, zoals bijvoorbeeld de kapotte koelwaterpomp. Iemand vroeg of wij niet relatief veel technische malaise voor onze kiezen kregen . En dan heb ik nog niet eens genoemd dat de buitenkoelwaterpomp én de drinkwaterpomp ook problemen gegeven hebben 😉. Maar ook dit zijn luxeproblemen en relatief gemakkelijk op te lossen. Als ik hoor wat voor problemen er bij andere (Nederlandse) boten die ook op reis zijn voorkomen: afgebroken voorstagputting (bevestiging van de stag aan de boot), uitgerukt ankerbeslag, scheur in de romp door verkeerd kranen in de haven, kapotte keerkoppeling, vastgelopen (gloednieuwe) rolreefinstallatie, etc, etc. Dan prijs ik onszelf maar gelukkig met onze probleempjes.
Voor de geïnteresseerden: Dat probleem met de buitenkoelwaterpomp bleek het gevolg van preventief onderhoud. Ik had een nieuwe impeller geïnstalleerd (die moet je eens in de zo veel tijd vervangen om juist problemen te voorkómen). Maar na vervanging kwam er geen water meer uit. Waarschijjnlijk was de maatvoering van de impeller ietsiepietsie anders dan de oude. En in combinatie met een beetje ingesleten deksel van de pomp zal hij nu te veel valse lucht aan hebben kunnen zuigen om niet meer zelfaanzuigend te zijn. Ik heb toen het deksel van de pomp omgedraaid (na de buitenkant wat gevlakt te hebben) zodat het ingesleten gedeelte aan de buitenkant kwam en er weer een mooi glad gedeelte aan de binnenkant zit. Voilá, probleem veholpen.
Het probleem met de drinkwaterpomp bleek wat onduidelijker. Toen we na ons verblijf in Blanes (bij Barcelona) weer aan boord kwamen wou de pomp niet meer draaien en werd alleen maar warm. Nadat ik de pomp even gedemonteerd had en met de hand wat gedraaid had deed hij het weer (tot op de dag van vandaag, even aflkloppen). Ik had trouwens voor vertrek op Marktplaats een reservepomp gekocht maar die bleek nog thuis te liggen. Vergeten mee te nemen dus. We hebben wel in Portugal een reservepomp kunnen kopen voor als hij er toch nog eens echt mee ophoudt.
Op dit moment zitten we in Puerto Pasito Blanco op Gran Canaria. We hebben in Puerto de Mogán een bekende van ons bezocht en zijn daarna hier naar toe gevaren. We wilden eigenlijk via Tenerife naar La Gomera, maar op beide eilanden zitten de havens op dit moment vol. We merken sowieso dat het behoorlijk druk is om ons heen. De ARC zit er aan te komen (die georganiseerde transatlantische tocht voor zeilboten) waar al 300 boten aan mee doen en verder vermoeden we dat dit “post-Corona” jaar ook wel wat extra drukte met zich mee brengt van boten die nu inhalen wat ze vorig jaar niet konden. We staan nu op de wachtlijst in de hoop nog een plaatsje te kunnen krijgen voor een bezoek aan die twee eilanden. Maar als dat niet op korte termijn lukt zullen we dat plan moeten “laten varen”. Begin november willen we de oversteek naar de Kaapverdische Eilanden gaan wagen. Een oversteek van bijna 800 mijl, dus de grootste tot nu toe en dat vergt wel enige voorbereiding.
Fijn, weer verhaal over jullie reis te lezen en ga vooral door zoveel mogelijk te vertellen. Ik blijf het spannend vinden, die nachtelijke avonturen. Ik zag op filmpje van Eva bij vertrek uit hun haven dat het heel druk is. Hoop voor jullie dat je er nog een plaatsje vrijkomt!
Kijk alweer uit naar volgend verhaal. Dikke kus
Ik ben elke keer weer blij met jullie verhalen! Leuk om te lezen en alle bijbehorende beelden te zien. Er is niets eentonigs aan hoor Mul! Gewoon lekker blijven schrijven!
😘😘😘