DE oversteek

Als je de vorige blog-post over DE oversteek doorleest dan krijg je wellicht het idee dat zo’n oversteek eigenlijk niet zo veel voorstelt, dat het een makkie is en je voor je het weet aan de overkant bent. Dat is toch niet helemaal zo. Dus hierbij nog even wat extra info over DE oversteek met wat meer spanning en sensatie….

Tsja, DE oversteek dus. Daar waar van te voren al zo veel over gezegd en gesproken is: “Dat jullie dat gaan doen….”, “Dapper hoor”, “Jullie zijn gek”, “Dat zou ik ook wel willen”, “Hoe lang duurt dat??”, etc. Ook wij zelf zagen hier natuurlijk van te voren wel tegen op en dat hebben we lang voor ons uit kunnen schuiven met het idee dat het nog wel even zou duren voordat DE oversteek zich aan zou dienen en dat we ook altijd nog konden besluiten om níet over te steken. Maar nu was het dan toch zo ver: we lagen nu toch in Kaapverdïe dus DE oversteek stond voor de deur, teruggaan is vanuit Kaapverdïe eigenlijk ook geen optie meer (en minstens zo lang/eng als DE oversteek), en we hadden er nu toch ook al een aantal kleinere oversteken op zitten waardoor DE oversteek ook een stuk minder eng leek dan een aantal maanden geleden.

In Mindelo was DE oversteek ook het gesprek van de dag. Eigenlijk geldt voor het merendeel van de boten die daar rond die periode liggen dat ze daar zijn voor DE oversteek. Al die boten zijn zich aan het bevoorraden en iedereen zit constant het weer te bekijken of er zich een gunstig weervenster aandient. Dat laatste is natuurlijk maar beperkt zinnig. DE oversteek duurt normaal zo’n 2 a 3 weken en een weersvoorspelling voor 2 á 3 weken is op z’n zachtst gezegd niet heel betrouwbaar. Maar goed, voor de eerste paar dagen is het natuurlijk wel handig. De eerste tijd dat wij in Mindelo lagen was er weinig wind. Misschien wel té weinig om een vertrek zinvol te maken maar gelukkig wilden we toen ook nog niet weg. Toen wij ons wel voor een vertrek klaar gingen maken was de situatie omgekeerd: er stond te veel wind: 25-30 knopen (wk 6 á 7) wat in de acceleratiezone voor Mindelo (tussen São Vicente en Santo Antão) betekent dat daar nog wel 10 knopen bij opgeteld kan worden. Pfff….

Uit de weersverwachting bleek dat de wind in de loop van de week wat zou moeten gaan liggen. De vertrekdatum schoof dus ook steeds een beetje op. Een weersverwachting is echter ook voor interpretatie vatbaar. De ene buurman zat op hete kolen en vond dat het allemaal wel meeviel en dat we vooral niet te laat moesten vertrekken omdat er een windstiltegebied aan zou komen. De andere buurman zag meer beren op de weg en vond het beter te blijven wachten omdat er volgende week verderop in het traject een gebied met harde wind over zou komen….

Uiteindelijk zijn we zoals gezegd vrijdag 3 december vertrokken. Ook de Janjorem vertok die dag, een uurtje eerder dan wij, en ook andere boten besloten dat het een goed moment was. Onze Zweedse buurman besloot te bljven liggen tot er een (in zijn ogen) beter weervenster zich aan zou dienen.

De wind stond nog aardig door, wat betekende dat het in de acceleratiezone vlak voor Mindelo weer een onstruimig ritje werd. Alleen op de binnenfok stuiterden we naar buiten. Andere boten om ons heen zagen we onder bijna vol tuig vertrekken maar al snel terugreven tot een minimale hoeveelheid zeil.

Eenmaal in de windschaduw van het tegenover liggende eiland Santo Antão viel de wind volledig weg.  Ook viel toen de avond in. We moesten dus zoeken naar de grens waar de optimale wind te vinden was, niet te veel wind naast het eiland, maar ook niet te weinig wind achter het eiland. We hebben die nacht zelfs twee keer de motor moeten starten om uit een windstiltegebied te komen. Uiteindelijk hebben we de nacht op de genua uitgezeild.

De golven zijn wat minder veranderlijk dan de wind. Daar waar de wind zo maar weg kan vallen blijven de golven gewoon doorstaan en dat is pas echt vervelend: wel golven maar geen wind,. Dan stuiter en rol je dus alle kanten op omdat de stabiliserende werking van de wind in de zeilen ontbreekt.

Maar ook mèt zeilen gaat het deze oversteek aardig in beweging. Na de eerste nacht zetten we de zeilen voor de nieuwe (voor-de-windse) koers: we zetten aan stuurboord en bakboord een boom uit waarop we aan de ene kant de genua en aan de andre kant de binnenfok kunnen uitbomen. Het grootzeil zetten we niet. Dit zou voor de komende twee weken de zeilvoering blijken te zijn, alleen de hoeveelheid zeil variëren we door de genua en/of de binnenfok meer of minder in te rollen.

Deze zeilvoering is wel lekker makkelijk, maar biedt ook weinig van de eerder genoemde stabiliteit. Aangezien de zeilen dwars op de boot staan worden de rol-bewegingen van de boot over de lengte-as niet tegengewerkt door de zeilen. Dat betekent dus dat de boot “vrijuit” kan bewegen (rollen) van links naar rechts en dat doet hij dan ook graag, zeker met flinke golven. En dat betekent dus dat we eigenlijk de gehele oversteek in een constante links-rechts rol hebben gezeten. Je moet je dus steeds vasthouden en schrapzetten, alles kost moeite om te volbrengen (zeker ook toiletbezoek) en binnen in de boot gaat ook alles schuiven, bewegen en rammelen om je uit je slaap te houden.

Voor de wind met twee uitgeboomde voorzeilen. Filmpjes doen nooit recht aan de wind en de golven, dus doe dit mentaal x 4 en je komt in de buurt 😉

De golven zijn in het begin stevig door de harde wind die al dagen doorstaat. En ze zijn ook nog eens aardig rommelig: in plaats van netjes uit één richting is de zee geregeld een behoorlijke klotsbak. Dat blijkt ook wel als Ingo in de eerste twee dagen weer op zoek moet naar een vriend, ondanks de pleister. Zijn eerdere blauwe vriend is inmiddels gereserveerd voor No, die zich ook niet helemaal lekker voelt (maar haar blauwe kompaan uiteindelijk niet daadwerkelijk gebruikt). Ingo heeft al gauw een nieuwe vriend gevonden, zwart deze keer, en hij en deze puts zijn de eerste twee dagen weer onafscheidelijk. Wel draait hij weer gewoon zijn wachtdiensten dus wederom: chapeau!

Een eitje koken onder zeegang. Lang leve het cardanisch fornuis 🙂

Na de eerste twee dagen worden de wind en de zee wel iets rustiger, maar nog steeds is het een aardige woei en een klotsbak. Pas in de tweede week wordt het iets aangenamer, maar ook hier haalt de zee rare fratsen uit. Ééns in het uur (soms wat vaker, soms wat minder) hebben de golven speelkwartier: ze hebben dan de grootste lol door van allerlei kanten te komen en zo hoog mogelijk tegen elkaar op te botsen, een beetje zoals Neres en Antony dat doen als één van hen gescoord heeft.  Na een tijdje is dat weer voorbij en komen de golven weer wat tot rust en meer uit één richting. Geen idee waar het door komt. Het leek wel of er steeds een rare tegenstroom in water te vinden was.

De golven op de kont (wederom: doe het mentaal x4 )

Na een paar dagen begon zich een merkwaardig geluid te ontwikkelen van onder de achterkant van de boot. Het leek wel of het roer op een rare manier meevibreerde als de boot een golf afsurfte en wat sneller ging. Na het een tijdje aangehoord te hebben toch maar eens op onderzoek uit waar het vandaan zou kunnen komen. In onze achterkajuit half onder ons bed bevindt zich de roerinstallatie. Na hier wat betimmering weggehaald te hebben zie ik al snel wat er loos is: de bout van het keerblok waarover één van de stuurkabels naar het roer loopt heeft zichzelf losgewerkt! Daarmee is het keerblok losgekomen en het hangt nog net op een laatste stukje van de bout. De stuurkabel staat daarmee ook heel slap. Het roer heeft ook nog eens de neiging vast te lopen als het kwadrant zich tegen een stalen houder van het keerblok knelt. Nog even en de kabel was van het blok geschoten waarmee het schip onbestuurbaar was geworden, en mogelijk was het keerblok zelf dan ook aan de wandel gegaan naar een plek waar je hem niet meer terugvindt of weer terug kan krijgen. Nèt op tijd ontdekt dus.

Na wat gepruts op een lastig bereikbare plek met een bewegend roer door de auto-pilot lukt het dan toch om de boel weer te herstellen. De schijf zit weer op z’n plek, de bout weer vast en de kabel doet zijn werk weer. Het lijkt zelfs wel of de (windvaan)besturing het nu beter doet dan daarvoor, iets wat best zou kunnen als er minder speling op de roerbediening staat. Ook de bijgeluiden zijn weer een stuk minder geworden. Al met al een hele opluchting dus.

Als ik echter na een tijdje nog een controle uitvoer of alles echt wel weer blijft zitten slaat de schrik me pas goed om het hart. Wat ik zie geloof ik bijna niet: met het draaien van het roer zie ik de roeras niet alleen draaien maar ook zijdelings bewegen! Sterker nog, ik zie de hele bodem van het schip (het “vlak”) rondom het roer bewegen! Iedere keer als we een golf afrijden of een stuurbeweging doen zie ik het vlak vervormen ten gevolge van de zijdelingse druk van het roer. Ouch!

Daar zit je dan, 500 mijl van Mindelo af, nog 1500 mijl te gaan naar de overkant. Teruggaan is geen optie, doorgaan betekent nog 1500 mijl golven afrijden en stuurcorrecties doen. De ergste scenario’s schieten door mijn hoofd: wat als het vlak gaat barsten? Wat als er scheuren ontstaan? Wat als het roer er onderuit breekt? Wat als ….?

Na de eerste schrik neem ik via email over de satelliettelefoon contact op met een deskundige in Nederland, degene die onze boot ook gekeurd heeft bij aankoop en dus enigzins op de hoogte is van de boot zelf en zijn constructie. Na wat heen en weer mailen komen we er gezamenlijk op uit dat het waarschijnlijk niet iets is wat nu pas ontstaan is maar al langer aan de gang is. Wellicht zelfs al sinds het begin en enigzins inherent aan de constructie van de boot. Ik heb het alleen pas nu ontdekt omdat ik niet eerder met m’n neus op het roer heb gelegen tijdens het afrijden van hoge oceaangolven, zo vaak doe je dat ook niet…. Wel is het iets om in de gaten te houden of het niet verslechtert, dus sinds die tijd hebben we het iets rustiger aangedaan (voor zo ver je dat in de hand hebt) en heb ik minstens één keer per dag een controle uitgevoerd op het roer en het vlak. Ook hebben we de schroef in zijn werk gezet zodat deze niet meer meedraaide omdat dit turbulenties leek te veroorzaken waar het roer op meevribreerde (het scheelt wel een paar tienden in snelheid maar ja….).

Gelukkig leek de situatie stabiel te blijven en toen de omstandigheden ook wat minder ruw werden zakte mijn ongerustheid ook enigzins. Uiteindelijk hebben we de overkant er ook gewoon mee gehaald en ben ik nu in Suriname aan het bekijken en overleggen wat er nu aan gedaan kan en/of moet worden met de bepoerkte middelen die hier beschikbaar zijn.

Was het dan alleen maar stress en ongerustheid? Nee, tuurlijk niet. Het was ook mooi en spannend op een goede manier. De nachtwachten, de wijdse oceaan, de vogels, de dolfijnen, etc. De dagen vullen zich met routine als het weerbericht ophalen met de satelliettelefoon, de koers en eventueel zeilvoering bepalen en/of bijstellen, wachten draaien, eten, slapen, etc., maar toch zijn de dagen nooit hetzelfde. Boten hebben we nauwelijks gezien, maar na een paar dagen hebben we ‘s nachts toch één boot nota bene op ramkoers gehad. Heb je zo’n grote oceaan waar je niets en niemand op ziet en dan uitgerekend die ene boot die wel in de buurt blijkt ligt dan precies op ramkoers. En dan ook nog toen we net hadden besloten dat de marifoon eigenlijk wel uit kon blijven omdat we toch niks zagen of tegenkwamen. Toen Ingo me wekte wegens de dreigende aanvaring gauw de marifoon aangezet en ja hoor, de betreffende boot was ons aan het oproepen. Het bleek een (Chinese?) tonijnvissersboot te zijn die aan het vissen was en dus beperkt manoeuvreerbaar. Na besproken te hebben hoe we langs elkaar zouden varen wensen we elkaar nog een goede vaart c.q. vangst en passeren we elkaar op nog geen halve mijl.

Zonsopkomst….

Ging er nog meer (bijna) mis? Jazeker, tijdens een controlerondje in de tweede week ontdekte ik dat bij het bakboord onderstag één tier gebroken was, precies boven de aangewalste terminal. Voor de leken: de stagen zijn de staaldraden die je mast overeind en recht houden. Een stag die afbreekt geeft een redelijke kans dat je mast breekt en/of overboord gaat. Nu bestaat een stag uit 19 dunnere staaldraden dus als er ééntje breekt is er nog geen man (of mast) overboord, maar het is wel een teken dat die stag blijkbaar vermoeid raakt en dat er naast die ene tier nog meer tieren zouden kunnen breken. Wel iets om in de gaten te houden dus en wellicht ook wat aan te doen. Voor deze situatie had ik wat extra materiaal meegenomen en daarmee een noodstag gefabriceerd die ik naast de bestaande stag heb gezet. Daarvoor moest ik wel de mast in wat op een rollende boot niet echt plezierig is. Gelukkig betrof het een onderstag dus hoefde ik maar tot de zalingen (halverwege de mast). Het noodstag kon het bestaande stag ondersteunen en mocht het stag toch breken zijn functie overnemen. Ook hiermee hebben we de overkant gehaald al moet deze reparatie nog wel even wat langer volhouden aangezien we hier in Suriname dit niet kunnen repareren maar pas in de Caraïben.

Al met al hebben we natuurlijk toch best een goede oversteek gehad. En ook best snel: in 13,5 dagen van Mindelo naar Iles du Salut, een afstand van 1845 mijl in 326 uur. Een gemiddelde van bijna 5,7 knopen, niet slecht dus. Wel kan je je wellicht de opluchting voorstellen bij de eerste aanblik van land dat alles en iedereen zich uitendelijk goed gehouden heeft tot aan het einde…..

Voor anker bij Iles du Salut

8 reacties

  1. Ik dacht al …. dat kan ik allemaal ook wel, maar na deze bijdrage blijf ik toch lekker thuis …. champagnezeilen ho maar ….

    Cool stuff hoor en geweldig omschreven allemaal. Relax ze dan nu maar even!

  2. Lieve Mul en Nobile
    Pffff….. wat een spannend verhaal. Heb het een paar keer gelezen! Nog blijer dat alles goed is gegaan!
    Gelukkig benoemde Mul ook de prachtig mooie andere ervaringen.
    Mooie filmpjes … van het schommelende schip… en dan het idee dat je daar op die inmense oceaan bent …. Zo helemaal alleen!! ( nou ja … bijna)
    Ik was ook erg onder de indruk van jullie fornuis… wat een geweldige uitvinding!
    Geniet in Suriname en een goede jaarwisseling!!!
    Jullie proosten op de Nederlandse of Surinaamse jaarwisseling?
    Proost en goed en gezond 2020.
    Liefs . Nel

  3. Ojee, als ik die schommelende boot zie op de video, ga ik bijna van mijn stokje. Ik ben blij dat ik me op een stabiele berg bevind. Maar chapeau voor alledrie!
    Gelukkig 2022.
    Liefs Eva

  4. Indrukwekkend verhaal . Het geluid ,de beelden, het lichtte wel tipje van de sluier op. Maar ook bewondering voor jullie veerkracht bij alle tegenslagen. Zorg goed voor elkaar!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *