Zeilen in de Caraïben en bezoek aan Martinique

Ik denk dat iedereen zich wel een voorstelling maakt bij het begrip “zeilen in de Caraïben”, wij ook van te voren. Blauwe lucht, blauw water, lekker briesje, en dan een beetje van eiland naar eiland hoppen. En voor een deel klopt dat ook wel, maar slechts voor een deel: gelukkig hebben we natuurlijk ook wel wat te klagen….

De Caraïben liggen in deze tijd in de passaatwind. Da’s mooi, want dat hielp ons om hier te komen, maar het betekent ook dat er altijd een behoorlijk stevige wind staat uit noord-oost tot oost. En dat water is dan wel mooi blauw, maar er staat ook een aardige, westelijke stroming (mede door die passaatwind). Dat bij elkaar betekent dat je zeker tussen de zuidelijk gelegen eilanden aardig moet buffelen om van eiland naar eiland te komen. Tussen de eilanden accelereert de wind en komt daarmee steeds op minimaal windkracht 5 maar vaak nog wat meer. Kruisen tegen deze wind en de bijbehorende golven is pittig, zeker als je vrij beroerde kruishoeken krijgt door de westelijke stroming. Daarbij komen er ook nog geregeld buien voorbij, die meestal als voorbode een portie extra wind hebben, de zogenaamde squalls. We varen hier dan meestal ook zwaar gereefd, iets wat we in Nederland eigenlijk bijna nooit hebben.

Op weg naar Martinique
En de windvaan doet zijn werk
Ook zonder in het water te vallen wil een reddingsvest nog wel eens (te) nat worden….

Als je langs de eilanden vaart kom je juist weer in de luwte terecht. De wind valt daar vaak vrijwel helemaal weg, en als die er is is hij vaak zo draaierig dat het lastig koers houden is. Affijn, één en al ellende hier dus 😉. Nee, het is natuurlijk prachtig om hier te zijn, en ook prachtig om hier te zeilen. Het heeft gewoon wat meer uitdaging…

Wie heeft hier iets te klagen over de wind?

Dat geldt ook een beetje voor het verblijf op de eilanden hier zoals al eerder aangegeven. Ook hier heeft iedereen wel een voorstelling van, maar ook hier moesten wij die bijstellen. Naast de prachtige kusten, stranden, bergen, regenwouden, watervallen, bloemen, planten, bomen en ander natuurschoon is het vaak wel even slikken om de leefomstandigheden te zien (buiten de toeristische enclaves). Maar ook dat hoort erbij en is misschien maar goed ook. Alleen maar pracht en praal zou snel vervelen en ook wat onrealistisch zijn. De variatie tussen de eilanden is trouwens op alle vlakken opvallend: qua natuur, maar ook qua cultuur en sociale omstandigheden.

Onthaasten.

Het blijft dus mooi om hier te zijn. Pareltjes als de Tobago Cays bewijzen dat eens te meer. Snorkelen in kristalhelder en azuurblauw water tussen schildpadden, haaien, pijlstaartroggen, baracudas maar vooral ook héél véél onschuldige en prachtig gekleurde of bizar gevormde tropische vissen. Heerlijk en speciaal ook om hier met je eigen boot te zijn.

Zoekplaatje: spot de haai 🙂

We zien veel charterboten varen (meestal catamarans) met mensen die in één week tijd een strak geregisserd programma afvaren tussen de attracties hier op de verschillende eilanden. Wij kunnen daar een beetje meesmuilend naar kijken en bedenken hoe goed wij het dan getroffen hebben met ons eigen drijvende huis en een stuk meer tijd. En als je dan ook nog begroet wordt door dolfijnen of bultrugwalvissen (op weg naar Bequia)…..

Bultrugwalvissen op weg naar Bequia…
In de achtervolging….

Eén van die attracties waar mensen op af komen zijn trouwens de locaties waar stukken van “Pirates of the Caribbean” zijn opgenomen. Ook wij doen daar een aantal van aan, zij het meestal per ongeluk. Wallilabou Bay op St. Vincent is er één van. Ze zijn er trots op dat daar een deel is opgenomen en buiten het uit als attractie. Wel is het nogal vergane glorie, zoals er hier veel vergane glorie is.  Dat zal mede door de Covid komen: veel bars, restaurants, resorts hebben het niet overleefd.

Het valt ons trouwens op hoe weinig last wij zelf van de Covid maatregelen hebben. Ja, vaak moeten we een mondkapje dragen maar veelal ook niet. We hebben pas een paar keer moeten testen om een eiland binnen te komen maar ook hier gaan er steeds meer eilanden gewoon weer helemaal open. Eigenlijk hebben we ook wel een beetje profijt van de Covid: veel eilanden en attracties zijn een stuk minder druk dan ze eerder waren en dat vinden we eigenlijk meestal wel prima.

Uitzicht bij zo maar een ankerplaats

Op het moment dat ik dit schrijf hebben we net Martinique verlaten en zitten we op Dominica. Martinique was een heel ander eiland dan die daarvoor: het is groter, drukker, maar vooral, Franser. Het hoort nog bij Frankrijk (is dus niet zelfstandig en/of in de Britse Gemenebest). Alles ademt Frankrijk: de verkeersborden, de auto’s, de restaurants, de bebouwing, de winkels, etc. En ze spreken er natuurlijk Frans. We kunnen ook weer “gewoon” boodschappen doen in een supermarkt waar ze zowaar van alles hebben (veel uit Frankrijk geïnmporteerd en daarmee wel wat duurder). Wat een luxe! De Covid speelt nog wel een kleine rol als wij er zijn: er is een avondklok (al houdt men zich daar slecht aan) en soms wordt er om de “Passe Sanitaire” gevraagd , de inentingsbewijzen. We worden dan ook een keer daadwerkelijk de toegang geweigerd als wij het bewijs van onze boosterprik (gekregen in Suriname) niet bij ons hebben. Ook zijn er nog sporen te zien van de onlusten die er geweest zijn toen de Covid maatregelen werden afgekondigd: veel resten van brandjes bij rotondes en kruisingen. Overigens gaat ook Martinique de meeste maatregelen op korte termijn afschaffen (maar pas nu wij er weg zijn ☹)

“Collega’s” 🙂

Martinique heeft ook een hele grote jachthaven en daarbij nog eens zo’n duizend boten in de baai van le Marin voor anker. Er zijn dan ook veel nautische bedrijven en alles voor een boot is er te krijgen, te bestellen of te laten repareren. Dat dacht ik tenminste, tot ik met onze motor aan de gang ging…..

(Waarschuwing: vier paragrafen met technisch geneuzel) Enige tijd geleden had ik gemerkt dat bij het olie peilen van de motor het niveau niet gezakt of gelijk gebleven was, maar iets gestegen. Foute boel dus. Dat betekent dat er koelwater of diesel in de olie loopt en het laatste was bij ons het geval: je kon het ruiken en voelen aan de olie. Da’s niet leuk. Te veel diesel in je olie geeft niet alleen een slechtere smering in je motor omdat je olie verdunt, maar kan in het meest extreme geval ook je motor op hol doen slaan.

Diesel in de olie kan eigenlijk maar drie oorzaken hebben: een lek in de opvoerpomp die op het carter zit, één of meer lekkende verstuivers of een lekkende hogedruk injectiepomp. Bij Clifton op Union Island heb ik de opvoerpomp als eerste vervangen maar dat bleek helaas niet te helpen. Daarna op Bequia bij een lokale monteur achter de kerk de verstuivers laten testen maar ook die leken okay. Dan zou het dus de injectiepomp moeten zijn en dat is geen simpel of goedkoop werkje om die te reviseren. Volgens de monteur op Bequia zouden ze dat op Martinique wel moeten kunnen doen. Tot aan Martinique hebben we dus gevaren met zo min mogelijk motorgebruik, één oog op de peilstok, één oor aan de motor voor eventueel op hol slaan, en zo nu en dan de olie ververst.

Eenmaal op Martinique direct contact opgenomen met een aldaar gevestigd gerenommeerd scheepsdieselrevisie bedrijf. Helaas, die wilden hun handen daar niet aan branden en verwezen me naar een lokale, onafhankelijke monteur. Die zei het wel te kunnen doen maar geen tijd te hebben. Toen ik zei de pomp er zelf wel af te slopen en weer op te zetten (wat het meeste werk is) wilde hij er wel aan. Aldus geschiedde. Twee dagen nadat ik de pomp aan hem overhandigd had kwam het bericht dat hij het toch niet kon: het was een ander type en daar zou speciaal gereedschap voor nodig zijn. Hij wist nog wel een bedrijf waar het waarschijnlijk wel zou kunnen, maar ondertussen was het vrijdagmiddag en zou ik daar pas maandag meer duidelijkheid over kunnen krijgen, waarna het waarschijnlijk nog wel even zou duren voordat de pomp daadwerkelijk gemaakt zou worden….

Al met al genoeg reden om het dan toch maar zelf te proberen. In (blijkbaar) alle voorzienigheid had ik sowieso al een pakkingset voor de pomp mee laten komen met het familiebezoek dat we kregen op Martinique. Dus de stoute schoenen aangetrokken en de pomp uit elkaar gehaald. Zo’n pomp is een delicaat stukje techniek met erg nauwe toleranties en timing die je niet moet verprutsen. Zo min mogelijk uit elkaar halen of veranderen dus. Maar het bleek eigenlijk nog redelijk eenvoudig. Wel kwam ik tegen dat er intern in de pomp nog een moer loszat die dat zeker niet moest zijn. Daardoor moest hij toch nog wat verder uit elkaar dan gehoopt en met wat improvisatie wat betreft gereedschap heb ik die moer weer vast kunnen zetten en vervolgens ook de lekkende seals kunnen vervangen en de pomp weer in elkaar en op de motor gezet. Dat viel dus nog mee uiteindelijk. De motor liep daarna zowaar ook nog maar het beste nieuws kwam nadat we de motor weer enige tijd gebruikt hadden: het oliepeil bleef weer gelijk! Geen diesellekkage meer dus! (In eerste instantie zakte het oliepeil zelfs, dat kwam denk ik door de diesel die er nog in zat en nu verdampte. Met verse olie verdween dit verschijnsel).

Op Martinique hadden we trouwens nog een ander voorvalletje. Nadat het familiebezoek weer huiswaarts was gevlogen zijn wij in de baai van Marin voor anker gegaan (vlak voor de “Club Med”). Een aardige plek waar we nog even lekker gezwommen hebben. ’s Avonds toen het donker was zaten we in de kuip toen we opeens een luide knal hoorden en een schok door de boot voelden gaan, gevolgd door het gejank van een buitenboormotor op vol gas. Er bleek een bijboot op hol met hoge snelheid kleine rondjes te draaien pal naast de punt van onze boot. Er leek niemand aan boord. Met wat lichten aan en op het voordek staand konden we echter zien dat er iemand in die bijboot lag, voorover, in een onnatuurlijke houding. De persoon leek meer dood dan levend.

Die motor moest uit, dat was duidelijk. Anders zou die boot nog om kunnen slaan of tegen onze boot lek varen oid. Ik heb een pikhaak gepakt en kon daarmee reikend vanaf het dek met wat moeite de benzineleiding van de buitenboormotor los trekken. Ondertussen kwam er van een catamaran vlak bij ons een bijboot te hulp geschoten met daarin een Frans sprekend stel. Die richten zich op de persoon en de boot en die bleek gelukkig nog wel te leven, maar waarschijnlijk buiten westen geweest te zijn na de botsing met onze boot of onze ankerketting. De betreffende persoon was echter nauwelijks aanspreekbaar en naast wellicht in de war door de klap ook zwaar onder invloed. Hij kon nauwelijks vertellen bij welke boot hij eigenlijk hoorde, hoe die heette, waar die dan lag, en of het zijn eigen bijboot wel was. De Franse buurman heeft daarop de politie gebeld (wat nog de nodige moeite bleek te kosten) en samen zijn we naar de kant gevaren om met hulp van de beveiligers van Club Med op de Gendarmerie en/of de Pompiers te wachten. Die beveiligers waren daar trouwens niet zo blij mee (“Wat op het water gebeurt hebben wij niks mee te maken”) maar uiteindelijk heeft het zich opgelost. Gelukkig bleek de betreffende persoon niet gewond en hadden wij geen schade of andere ellende.

Start van een race met traditionele lokale zeilboten

We zijn langs de westkust van Martinique omhoog gevaren waarbij we nog een aantal ankerplekken hebben aangedaan. De laatste was St. Pierre, waar we nog een (gratis) antigeentest hebben ondergaan om het volgende (ei)land binnen te komen. Op vrijdag 1 april zetten we koers naar Dominica.

De laatste ankerplaats op Martinique

8 reacties

  1. Qua natuurschoon en leefomstandigheden doet het me heel erg aan West- Afrika denken. Geen idee hoe het is om daar te zeilen, als ik op het water zit is het in een bootje met een buitenboordmotor en zijn er twee mensen om te hozen….Een mooi avontuur Mul en No. Leuk om een beetje mee te reizen!

  2. Lieverds….. wat een verhaal weer ! Mul, wat ben je toch een kanjer dat je dat allemaal weer zelf kan repareren.
    En dan nog zo’n avontuur met rondtollende boot en een nauwelijks aanspreekbare gast aan boord ! Pffff! 😳
    En dan fijn en gelukkig ook de mooie verhalen over het water en zijn inwoners!
    Heerlijk en ook super spannend het allemaal te lezen!
    Het blijft een groot avontuur! Liefs. Knuffel!

  3. Zeer onder de indruk. Voelt als een voorrecht dit te mogen delen. Technische verhaal geeft ook veel inzicht. En No boft maar met haar eigen Mullie Depp . En Mul met haar:)

  4. Oh het blijft een genot die bewegende beelden met wind en water. Die krab, kostelijk. Mul heb het technische deel overgeslagen, hihi.
    En Johnny altijd leuk !!!
    maak er wat moois van verder….xxx

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *